De pauw was onder meer te zien op een praalwagen rond de splitsing.
De pauw was onder meer te zien op een praalwagen rond de splitsing. Streekarchivariaat

Splitsing [tweemaal] eerder

Ermelo vijftig jaar zelfstandig

30 augustus 2022 om 11:48

Bij de tweede spitsing ging het om de zogenoemde maire´s Ermelo en Nunspeet die beiden een eigen gemeenteraad en burgemeester kregen. De gemeenteraden bestonden uit zeven personen en was in een tijd dat Nederland rechtstreeks onder het Franse keizerrijk viel. Een jaar later viel het Franse keizerrijk en keerde de Prins van Oranje terug als nieuwe koning. De naam van de burgemeester werd gewijzigd in schout die ook de taken terugkreeg die hij voorheen bezat. De schout werd benoemd door de koning zoals de benoeming van een burgemeester nu ook officieel door de koning wordt ondertekend. 

Burgers mochten de gemeenteraad niet zelfstandig kiezen, de benoeming vond plaats door de Provinciale Staten. Het had ook tot gevolg dat in 1818 de zelfstandigheid van Ermelo en Nunspeet werd opgeheven en beiden werden samengevoegd tot de gemeente Ermelo waarbij het bestuurscentrum aan Nunspeet werd toegewezen. Dat was ook het jaar dat Vierhouten en Elspeet aan de gemeente Ermelo werden toegevoegd. Beide plaatsen behoorden lang tot het schoutambt Barneveld. De geschiedenis leert dat Nunspeet al lang voor duizend na Christus tot de gemeente Ermelo behoorde en het grondgebied van de huidige gemeenten Ermelo, Harderwijk en Nunspeet tot dezelfde kerkelijke indeling behoorden.

Het bestuur was een schoutambt die een zeer dominante plaats innam. Hij was hoofd van de politie, hulpofficier van justitie, deurwaarder en deed alle taken die nu onder de bevoegdheid van een notaris vallen. Ook was hij verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen en de bruggen. Dat veranderde op het moment dat ambtsjonkers een grotere stem kregen in het bestuur en de belasting mochten vaststellen. Ambtsjonkers moesten wel tot de adelstand behoren. Hun macht verdween met de komst van de Fransen. Die waren van mening dat de bevolking meer te zeggen moest krijgen. Een streven dat ook in de huidige tijd herkenbaar is. De in aantocht zijnde Omgevingswet moest de rol van de burger bij het besturen van gemeenten nog meer inhoud geven. De inwoners kregen destijds voor het eerst de vrijheid hun eigen gemeentebestuur te kiezen en werden in bepaalde situaties ook geraadpleegd. Een soort raadgevend referendum zou men in deze tijd zeggen.


ONTBONDEN Landelijke discussies zorgden ervoor dat het oude ambt Ermelo werd ontbonden en voor het eerst een gemeentebestuur van Nunspeet werd ingesteld. Na nog geen tien maanden keerde het oud ambt Ermelo terug en werden ook de oude bestuurders weer in functie gesteld. In 1802 werd het aantal gemeenteraadsleden teruggebracht tot twee. Ermelo en Nunspeet kregen ieder een raadslid. Het betekende wel dat de invloed van de inwoners daarmee ook flink werd teruggebracht. De aanstelling van twee raadsleden maakte dat er nauwelijks nog officiële vergaderingen werden gehouden. Bij de tweede samenvoeging van Ermelo en Nunspeet verdween de inspraak van de burgers eigenlijk helemaal.

In 1851 werd het bestuur van Ermelo door een grondwetswijziging weer democratisch geregeld. De raadsleden, secretaris en belastingambtenaar werden door de inwoners gekozen. Het leidde er wel toe dat de toen zittende burgemeester zijn functie neerlegde omdat hij het niet eens was met de gemaakte keuzes. Zijn zoon werd als zijn opvolger benoemd.


SPANNING De democratie leidde er toe dat de spanningen tussen de beide dorpen na 1851 toenam. Vooral de verdeling van de beschikbare financiële middelen zorgden voor spanning. Ermeloërs vonden dat er te veel geld ging naar het Nunspeetse deel van de gemeente. Een boekhoudkundige splitsing leek even de oplossing maar hield geen stand. Zonder extra belastingen te heffen van de inwoners slaagde de gemeente er niet in het hoofd boven water te houden. Daarbij speelde mee dat door alle ontwikkelingen in deze periode er steeds meer geld nodig was. Voorbeeld daarvan was de aanleg van de spoorlijn tussen Amersfoort en Zwolle die rond 1862 speelde. De meeste stations werden in 1863 in gebruik genomen.

De soms sluimerende roep om een splitsing nam toe, vooral vanuit de inwoners van Ermelo. Die voelden zich vaak achtergesteld ten opzichte van Nunspeet al was het alleen maar omdat daar het gemeentehuis was gevestigd. De roep om splitsing werd niet beantwoord. Ermelo kreeg wel meer aandacht, onder meer door de aanleg van straatverlichting, een spoorweghalte en een weg vanuit het dorp naar het station. De spanningen bleven en dat was voor toenmalig minister Molly Geertsema reden met een voorstel te komen tot een splitsing in twee zelfstandige gemeenten. En dat in een tijd waarin vooral sprake was van samenvoegingen van gemeenten.