Gerard Gout zat in drie verschillende Jappenkampen en vindt nu rust in Ermelo.
Gerard Gout zat in drie verschillende Jappenkampen en vindt nu rust in Ermelo. Wijnand Kooijmans

Houten auto op twee wielen

11 augustus 2022 om 13:00 Overig

ERMELO Gerard R. Gout uit Ermelo zat in drie verschillende ´jappenkampen´ voor hij en zijn moeder en zusje werden bevrijd om uiteindelijk via Thailand naar Nederland terug te keren. Waarom ze steeds moesten verhuizen is tot op de dag van vandaag een raadsel voor hem. Ook zijn vader overleefde het werk aan de Birma Spoorweg.

In januari 1939 zag Gerard R. Gout het levenslicht in het toenmalige Batavia in Nederlands Indië. Daar beleefden zijn ouders een aantal prima jaren tot de inval van de Japanners op Java. Van belang voor hen, omdat hier het gouvernement was gevestigd dat door de invasie het zwijgen werd opgelegd. Inmiddels was uit het huwelijk een zusje geboren. Van hen is alleen Gerard nog in leven. Zijn ouders trouwden met de handschoen al had de moeder van Gerard haar man voor het huwelijk al wel gezien tijdens zijn verlof. Op het moment van het huwelijk was moeder dertig jaar, zijn vader was acht jaar ouder. ,,Ik heb in mijn leven wel waardering voor hen gekregen. Al was het niet altijd een gemakkelijke tijd.” Vooral het verblijf op een kostschool en in een gastgezin heeft Gerard als weinig prettig ervaren.

BEVALLING Zijn moeder mocht van de bezetter voor de bevalling wel naar het ziekenhuis. Waar vader te werk werd gesteld aan de Birma Spoorlijn werd de rest van het gezin in een kamp gestopt. Het eerste was in een omheind stadsdeel. Via een tweede kamp belandde men uiteindelijk in Kamp Struiswijk waar op dat moment alleen vrouwen en kinderen werden ondergebracht. Het kamp bestaat nog steeds al is de naam gewijzigd in Samenban. Dat werd later nog eens door Gout bezocht. ,,Wat mij toen opviel was dat de poort niet zo hoog was. Terwijl toen ik binnen kwam die als reusachtig hoog op mij overkwam. Ik herinner mij niet alles meer, maar ik weet dat mijn moeder en wij werden ondergebracht in een cel. Dat was eigenlijk een voorrecht, vrouwen zonder kinderen werden ondergebracht in grote slaapzalen met smalle bedjes.”

SPEELGOED Het speelgoed voor Gerard bestond in die tijd uit een houten auto met twee wielen. ,,Maar ik speelde ook wel met andere kinderen. Van gevlochten bladen maakten we net zulke petjes als de Japanners droegen.” Toch beseft hij achteraf dat het vooral voor de vrouwen angstige tijden waren. ,,Meerdere keren per dag moest men op appèl. Ik weet niet meer of ik zelf in die tijd veel angst heb gekend. Maar ik weet wel dat er vrouwen werden mishandeld en daar stonden we als kleine kinderen bij. Zo werden ook met regelmaat de koffers doorzocht die we mee hadden mogen nemen met onder meer kleding. Werd er iets aangetroffen dat niet mocht dan moesten de vrouwen vaak een hele dag in de brandende zon staan zonder eten en drinken met alle gevolgen van dien.” 

SOLDAAT De soldaten die het kamp bewaakten waren, zo weet Gout zich te herinneren, vaak aardiger tegen vrouwen met kinderen dan tegen alleenstaande vrouwen. ,,Het was ook wel van belang of een soldaat christelijk was. Die waren over het algemeen aardiger voor de bewoners van het kamp.” Van het tweede kamp herinnert Gerard zich nog dat hij er een tomaat kweekte die uiteindelijk mooi rood werd. ,,Maar voor wij die konden opeten moesten we verhuizen naar ons derde kamp. Ik heb nooit begrepen waarom we steeds moesten verhuizen. Zoals ik ook niet helemaal begrijp waarom mensen niet graag vertellen over hun verleden in de oorlog of de kampen. Ik denk dat mannen dat niet doen omdat ze niet willen huilen. Ik heb later tijdens mijn therapie verschrikkelijk hard gehuild.” 

,,Japanse soldaten waren keihard getraind. Ik denk dat ze daarom ook keihard waren tegen anderen wanneer ze vonden dat dit moest. Toch is er uit onze koffers nooit iets door hen gestolen, al hoorde ik later wel dat dit gebeurde.”

Gout wil een lans breken voor de bevolking van het eiland. Die werden volgens hem voorgelogen door de latere president Soekarno. Die hen werk aan de Birma Spoorlijn beloofde. Het sterftecijfer van de oorspronkelijke bewoners was overigens extreem hoog ten opzichte van de blanken die daar werkten. ,,Die mensen hebben enorm geleden.” Na de bevrijding werden de gezinsleden met een vrachtschip naar Thailand gebracht waar de hereniging van het hele gezin plaats vond. ,,Ik denk dat mijn vader aan ons moest wennen en wij aan hem. Vader kwam niet ongeschonden terug. Hij had kampogen waardoor hij nauwelijks meer kon zien. Toch heeft hij tot zijn vijfenzestigste gewerkt toen hij eenmaal terug was in Nederland.” 

BELANG Gerard Gout vindt het van belang dat de capitulatie van Japan op 15 augustus wordt herdacht. ,,Al heb ik niet de energie om naar de landelijke bijeenkomst te gaan. Voor corona hadden we in de regio ook bijeenkomsten maar die zijn nog niet begonnen. Ik herdenk ook 4 en 5 mei.” Hij zelf vindt dat de Nederlandse regering de Indië-gangers redelijk heeft behandeld na terugkeer. ,,Al zijn er mensen die daar anders over denken.”

Wijnand Kooijmans

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie