Op Nederlandse les in de zomer

Dinsdag 27 en donderdag 29 juli zijn de eerste groepen gestart aan de Zomerschool bij JAM. Vijf weken wordt gewerkt aan het verkleinen van leerachterstanden, aan het aanleren van sociaal emotionele vaardigheden en Nederlandse les. Er komen 60 kinderen uit de regio naar de locaties van JAM.

HARDERWIJK – Op dinsdag waren er 35 kinderen, donderdag zijn er 24 kinderen op de locatie van JAM aan de Laan 1940-1945 1. De meesten komen uit Harderwijk, een aantal uit Ermelo en Putten. In Zeewolde volgen drie kinderen het programma. 

Op donderdag fietsen de leerlingen uit het AZC met een begeleider naar JAM. Deze lessen worden gesponsord door Stichting Leergeld Randmeren en het primair onderwijs.

“De groep op donderdag heeft vaak een taalachterstand. De kinderen zijn pas een paar weken of een paar maanden in Nederland. Hier is de focus op taalvaardigheid’’, zegt orthopedagoog Soanne van der Scheer (25) uit Speuld. “Op dinsdag komen kinderen onder de armoedegrens en is het aanbod meer divers: we geven spelling, rekenen en schrijven. De lessen zijn van 9 tot 12 uur, om de 20 minuten krijgen ze een ander vak.’’

De kinderen krijgen in groepjes van 4-6 les van een individueel begeleider. “Spelling en rekenen geven we in werkboekjes. Laatst moest een leerling twee getallen van elkaar aftrekken en had geen idee hoe dat moest. In de klas was dat nooit opgevallen. In een klein groepje valt het wel op en kunnen we goede strategieën aanleren hoe je het wel oplost.’’

Soanne merkt dat de kinderen het leuk vinden om in de zomervakantie naar ‘school’ te komen. “Er wordt niet continu uit een boek gewerkt, er is ook ontspanning. Een aantal werkvormen zijn interactief. Een docent gaf een leuke rekenles door buiten op een Twister-manier de sommen uit te laten rekenen. De groep die Nederlands krijgt had met Post-its door het hele gebouw geleerd welke woorden bij een deur en een tafel horen.’’

Niels Hop is met vijf kinderen uit het AZC aan de slag. Als ze wat willen zeggen, moeten ze hun hand opsteken. Het groepje bestaat uit Anas (10), Izmael (9), Senad (9), en Yemane (9). Ahmad (12), De eerste vier zitten op school De Vlieger in Tweelingstad. Ahmed krijgt les op het azc. Ze proberen onderling Nederlands tegen elkaar te praten. De lessen zijn leuk, vindt Anas, die 10 maanden in Nederland is.

De docent heeft op een whiteboard korte woorden opgeschreven die hij de kinderen voorleest. “Een ‘e’ of een ‘a’ moet je kort uitspreken, twee klinkers achter elkaar is lang uitspreken’’, houdt hij hen voor. Ze zeggen hem in koor de woorden na en doen dat goed, vindt Niels. “We zijn de les begonnen met racelezen: hoeveel woorden kun je in korte tijd oplezen? De één heeft moeite met klinkers, de andere met medeklinkers. Ze zijn geconcentreerd bezig en ik merk dat ze het herkennen en opslaan. Ik heb ook een aflevering van Spongebob met veel beeldspraak laten zien. Aan het eind van het traject kijken we wat ze hebben geleerd.”